Selecteer een pagina


Roepnaam: Jaap

Geboorteplaats: Hellevoetsluis
Geboortedatum: 27-05-1903
Overlijdensplaats: Kdo Aurich Engerhafe
Overlijdensdatum: 23-11-1944

Laatste (vrijwillige) woonadres: Fazantlaan 7

Slachtoffer staat op lijst:
Verzet
Lid van de Philips Sport Vereniging
Monument voor de Gevallenen
Omgekomen buiten Eindhoven

Jaap wordt geboren op 27 mei 1903 in het Zuid-Hollandse Hellevoetsluis. Na het gymnasium in De Haag studeert hij rechtswetenschappen in Leiden. Tot 1929 werkt hij als advocaat in Rotterdam. Daarna gaat hij als consultant aan de slag voor de directie van Philips in Eindhoven. Met zijn vrouw Françoise krijgt hij vier kinderen.

Als in het najaar van 1939 de oorlogsdreiging sterk toeneemt, meldt Jaap zich als reserveofficier bij de Koninklijke Landmacht, maar hij wordt uiteindelijk niet ingezet. Philips heeft kort daarvoor het hoofdkantoor en het grootste deel van het bedrijfskapitaal naar Londen verplaatst. Alles wat van de onderneming in Nederland achterblijft, wordt door de Duitsers als vijandelijk vermogen onder curatele geplaatst. Het personeel wordt gedwongen diensten te leveren voor de Wehrmacht. De weerzin is bij sommige personeelsleden zo groot, dat ze zich al op een vroeg moment in de bezetting aansluiten bij het verzet. Jaap is er een van. Hij is een van de eerste leden van de illegale Ordedienst (OD) en wordt commandant van OD-regio 18, Eindhoven en omgeving.

Jaap voert een vorm van bedrijfsspionage voor Londen en werkt samen met andere verzetsgroepen. Als op 28 mei 1942 een van de verzetsgroepen waarmee hij contact heeft wordt opgerold, moet Jaap met zijn familie onderduiken. In de nacht ontvluchten ze hun huis en houden zich schuil in een vakantiehuisje dat het verzet voor hen heeft geregeld. Vandaaruit zet Jaap zijn verzetswerk voort. Ook zijn vrouw zet zich vanaf dat moment in voor hulp aan onderduikers.

Jaaps naam wordt voor het eerst bekend bij de Duitsers als gevolg van de Duitse contraspionageoperatie Nordpol. Deze operatie is beter bekend als het ‘Englandspiel’: de Duitsers geven een gevangengenomen radioman opdracht te blijven seinen met de Engelsen die vervolgens geheimagenten in bezet Nederland droppen, die beneden bij aankomst worden opgewacht door de bezetter.

Jaap valt door de mand als hij in de trein tussen Leiden en Amsterdam wordt aangehouden en zijn persoonsbewijs moet laten zien. Terwijl hij in zijn tas zoekt naar het vervalste papier dat hij de Duitsers wil voorhouden, valt zijn echte bewijs per ongeluk op de vloer. Jaap wordt ter plekke gearresteerd en vastgezet, eerst in Amsterdam, vervolgens in de gevangenis in Scheveningen, het zogenaamde ‘Oranjehotel’. Na enige maanden volgt transport naar kamp Vught, waar hij tot de ontruiming op 5 september 1944 (Dolle Dinsdag) blijft. Na de evacuatie wordt hij achtereenvolgens naar Sachsenhausen en Neuengamme gedeporteerd. Eind oktober 1944 wordt hij met een aantal andere gevangenen geselecteerd voor dwangarbeid bij de aanleg van de Friesenwall, een verdedigingslinie in Oost-Friesland rond de stad Aurich. Jaap wordt er ondergebracht in het buitenkamp Aurich-Engerhafe, van waaruit hij antitankgrachten graaft in de omgeving. Net als in de andere kampen zijn de leef- en werkomstandigheden hier onmenselijk slecht. De gevangenen maken lange dagen van extreem zwaar werk, terwijl ze bloot staan aan mishandeling en verwaarlozing. Als gevolg van slechte hygiëne, ondervoeding en de onthouding van medicijnen worden de meeste, dan al ernstig verzwakte gevangenen ziek. Jaap bezwijkt op 23 november 1944 aan ‘bloedige dysenterie’, veroorzaakt door de geleden ontberingen. Hij is 41 jaar geworden. Bron: Brabantse Gesneuvelden


Netwerk Oorlogsbronnen: https://www.oorlogslevens.nl/tijdlijn/Jacob-Lodewijk-Hamming/02/58567
Nationaal Archief: https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.19.255.01/invnr/58567A