Selecteer een pagina



Geboorteplaats: Rotterdam
Geboortedatum: 10-08-1919
Overlijdensplaats: Boxtel
Overlijdensdatum: 01-10-1944

Laatste (vrijwillige) woonadres: Rotterdam

Slachtoffer staat op lijst:
Verzet
Monument voor de Gevallenen
Omgekomen buiten Eindhoven

Pieter wordt op 10 augustus 1919 geboren in Rotterdam en is tijdens de Duitse bezetting ondergedoken in Eindhoven, waar hij in augustus 1944 bij Philips aan het werk kan. Op 5 september 1944 – Dolle Dinsdag – keert hij terug naar Rotterdam, in de veronderstelling dat de oorlog spoedig is afgelopen. Maar de Duitsers geven niet zomaar op en aan het eind van de maand is hij weer terug in het zuiden, vermoedelijk in Oirschot, waar hij in contact komt met de illegale werker Bernard Vlemminx, lid van de verzetsgroep Partizanen Actie Nederland (PAN). Als Bernard besluit de Duitse linies te passeren naar het op 17 september 1944 bevrijde Eindhoven, gaat Pieter met hem mee. Het is nooit helemaal duidelijk geworden waarom ze naar Eindhoven willen; mogelijk voeren ze een opdracht uit voor het verzet, of willen ze zich aansluiten bij de Binnenlandse Strijdkrachten. Het tweetal verlaat Oirschot op 1 oktober en komt tegen de avond aan in Boxtel, in de buurtschap Langenberg aan de Schijndelsedijk. Daar keert hun geluk: ze worden aangehouden door een Duitse patrouille. Als uit hun identiteitspapieren blijkt dat zij niet uit Boxtel komen, vermoeden de Duitsers wat zij van plan zijn en arresteren hen ter plekke. De Feldgendarmerie brengt hen over naar de herberg van de familie Van Maaren aan de Schijndelsedijk, waar overste Jungwirth van de 59 e Infanteriedivisie hen standrechtelijk ter dood veroordeelt. Nog diezelfde avond wordt het doodvonnis voltrokken; nabij de boerderij van de familie Van Kempen op Langenberg 1 worden Pieter en Bernard in het duister door de Feldgendarmerie gefusilleerd. Pieter is 25 jaar geworden.
(Bron: Brabantse Gesneuvelden)

Op de overlijdensakte uit Rotterdam staat zijn achternaam fout vermeld als “Van den Boven”.
Pieter ligt begraven op het Nationaal Ereveld Loenen. Wij hebben niet kunnen achterhalen of Pieter ooit in Eindhoven ingeschreven is geweest of waar hij ondergedoken was.

Woonachtig in Rotterdam

Vermoedelijk op zondag 1 oktober 1944 vertrok hij samen met de Bernard Vlemminx uit Oirschot om door de Duitse linies naar Eindhoven te gaan. Voor zover bekend moest Vlemminx, aldus Segers, in opdracht van de commandant van de P.A.N een bericht naar de al op 18 september 1944 bevrijde stad brengen.
Tegen de avond pakte een Duitse patrouille de beide ‘line-crossers’ in de buurtschap Langenberg onder Boxtel op. Omdat de mannen niet uit Boxtel kwamen, was het de Duitsers wel duidelijk dat zij op weg waren naar geallieerd gebied. De Feldgendarmerie bracht hen naar de herberg van de familie Van Maaren aan de Schijndelsedijk, waar overste Jungwirth van de 59e Infanteriedivisie hun standrechtelijk de doodstraf oplegde.
Waarschijnlijk heeft hij hen als spionnen beschouwd. Er is geopperd dat Van Boven een situatietekening van het Rotterdamse havengebied bij zich had, terwijl het duo volgens een andere lezing Duitse stellingen bij het afwateringskanaal in kaart zou hebben gebracht. Vast staat alleen dat Vlemminx onverstandigerwijze een armband van de inmiddels ontbonden P.A.N bij zich had.

Om half negen ‘s avonds werden de beide mannen met een schot in het hoofd door de Feldgendarmerie in de buurt van de woning van landbouwer J. van Kempen aan de Langenberg 1 in Boxtel gedood. De laatstgenoemde had twee schoten gehoord en was naar buiten gegaan om te kijken wat er aan de hand was. Twee Duitsers met een wapen in de hand hadden hem bevolen weer naar binnen te gaan. Het lichaam van Van Boven werd de volgende dag – maandag 2 oktober 1944 – met een laag zand bedekt nabij Van Kempens woning aangetroffen. Het stoffelijk overschot van Vlemminx werd pas op 5 april 1945, net ver van de plek waar eerder Pieter van Boven was gevonden, in een sloot door landbouwer A. van Hal ontdekt. Hij is begraven op de Rooms-Katholieke Begraafplaats St. Petrus te Oirschot, rij C23, grafnummer 13. De naam van Vlemminx staat op een van de gedenkramen in de kapel van de Heilige Eik in Oirschot.

Bij het vinden van zijn stoffelijk overschot werd een bruin, lederen portefeuille met geld en een bruine portemonnee waarin o.a. een zegelring met het monogram P.v.B. en een paar zilveren manchetknopen aangetroffen.
Er werd toen aangenomen dat hij in Eindhoven op de Willem de Zwijgerstraat 33 woonde.

Bij informatie te Eindhoven is evenwel gebleken dat op het adres Willem de Zwijgerlaan/straat 33, aldaar nimmer een van Boven woonachtig is geweest; op de afdeling bevolking der Gemeente secretarie Eindhoven bleek verder dat van Boven nimmer in het bevolkingsregister der Gemeente Eindhoven is ingeschreven geweest, terwijl hij volgens het register der geboorten aldaar ook niet geboren bleek te zijn.
(Bron: Jan de Waal/Gedenkboek PAN)


Netwerk Oorlogsbronnen: https://www.oorlogslevens.nl/tijdlijn/Pieter-Cornelis-Johannes-van-Boven/02/19004
Nationaal Archief: https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.19.255.01/invnr/19004A