Selecteer een pagina



Geboorteplaats: Amsterdam
Geboortedatum: 04-02-1906
Overlijdensplaats: Auschwitz
Overlijdensdatum: 26-03-1944

Laatste (vrijwillige) woonadres: Boschdijk 771

Slachtoffer staat op lijst:
Joods
19440314 - Grote Beek
Voor deze persoon is een Stolperstein geplaatst
Omgekomen buiten Eindhoven

Meijer was een bewoner van de Rijks Krankzinnigen Gesticht “De Grote Beek” in Eindhoven.

Op 13 maart 1944, zo tegen het avondeten, krijgt geneesheer-directeur Mooij van het Rijks Krankzinnigen Gesticht twee leden van de Duitse Sicherheitsdienst op bezoek. Ze komen vier joodse patiënten ophalen. Het gaat om patiënten die voor rekening van de gemeente Amsterdam verpleegd worden. In aanwezigheid van zijn stafleden, de doktoren Ruiter, Tiggelaar, De Regt en Flohil, wordt Mooij gesommeerd de vier joden over te dragen. Dokter Mooij antwoordt: “Ik heb geen joden, alleen maar patiënten”.

Dokter Mooij weigert iedere medewerking en beroept zich op zijn ambtseed en gewetensbezwaren. Ook zijn stafleden scharen zich achter hem. Mooij wordt daarop gearresteerd en later afgevoerd naar het politiebureau. De achtergebleven geneesheren volharden eveneens in hun weigering.

De volgende ochtend, rond de klok van elf, komt de Sicherheitsdienst met groot vertoon van macht terug.
Het administratiegebouw wordt afgegrendeld en bezet door leden van de Sicherheitsdienst, aangevuld met leden van de burgerwacht.
Opnieuw worden de achtergebleven geneesheren gesommeerd de namen vrij te geven en de joodse patiënten over te dragen. Het gaat nu niet meer om de vier joodse patiënten die voor rekening van de gemeente Amsterdam verpleegd worden, maar om àlle joodse patiënten.
Ruiter, Tiggelaar, De Regt en Flohil volharden in hun weigering om gegevens te verstrekken.
Daarop bezetten leden van de Sicherheitsdienst het administratiekantoor en dwingen, met getrokken pistool, het aanwezige personeel de met ‘J’ gemerkte registratiekaarten te overhandigen. Wederom wordt er geweigerd.
De Sicherheitsdienst doorzoekt nu zelf de kaartenbakken en haalt er de met ‘J’ gemerkte kaarten uit. Daarop begeeft men zich naar de paviljoens en dwingt de personeelsleden door hen het pistool op de borst te zetten, de betreffende patiënten aan te wijzen. Vierentwintig joodse patiënten worden op die manier bijeen gedreven en naar het hoofdgebouw gebracht, waar ze gedwongen worden in een gereedstaande overvalwagen te stappen.

Meijer was één van hen.

Meijer werd op 4 februari 1906 in Amsterdam geboren als het jongste kind van Alexander Waterman (1867) en Esther Mok (1866) in een gezin met 11 kinderen. In Amsterdam had Meijer diverse beroepen. Zo werkte hij afwisselend als los arbeider, taxichauffeur, sigarenmaker en marktkoopman in ongeregelde goederen. Op 14 april 1938 trouwde Meijer met de Duitse Josefa Rosenberger (1907). Iets minder dan een jaar later werd hun dochter geboren.

Op 1 oktober 1940 overleed Meijers broer Abraham. Anderhalf jaar later op 1 april 1941 kwam ook zijn broer Joseph te overlijden. Op 8 juli 1941 verhuisde Meijer naar het Rijks Krankzinnigen Gesticht. Over zijn verblijf daar is weinig bekend. Op 29 november 1942 krijgt Meijer nog een klap te verwerken, op die dag overleed zijn moeder Esther in Amsterdam.

Meijer werd 14 maart 1944 samen met 23 medepatiënten opgepakt en naar Westerbork gedeporteerd. Vanuit daar ging hij op transport naar Auschwitz. Daar kwam hij op 26 maart 1944 om het leven. Meijer werd 38 jaar oud. Zijn vader Alexander kwam om in Sobibor. Van het gezin met 11 kinderen overleefden slechts 2 broers en 1 zus de oorlog. Doordat zijn vrouw Josefa Rooms-Katholiek was, overleefde zij en hun dochter de oorlog.


Stolpersteine App: https://map.stolpersteine.app/nl/eindhoven/locaties/boschdijk-771-rijks-krankzinnigen-gesticht
Netwerk Oorlogsbronnen: https://www.oorlogslevens.nl/tijdlijn/Meijer-Waterman/02/167940
Nationaal Archief: https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.19.255.01/invnr/167940A