Selecteer een pagina


Roepnaam: Roosje

Geboorteplaats: Haaksbergen
Geboortedatum: 18-08-1879
Overlijdensplaats: Auschwitz
Overlijdensdatum: 26-03-1944

Laatste (vrijwillige) woonadres: Boschdijk 771

Slachtoffer staat op lijst:
19440314 - Grote Beek
Joods
Voor deze persoon is een Stolperstein geplaatst
Omgekomen buiten Eindhoven

Rosa was een bewoner van de Rijks Krankzinnigen Gesticht “De Grote Beek” in Eindhoven.

Op 13 maart 1944, zo tegen het avondeten, krijgt geneesheer-directeur Mooij van het Rijks Krankzinnigen Gesticht twee leden van de Duitse Sicherheitsdienst op bezoek. Ze komen vier joodse patiënten ophalen. Het gaat om patiënten die voor rekening van de gemeente Amsterdam verpleegd worden. In aanwezigheid van zijn stafleden, de doktoren Ruiter, Tiggelaar, De Regt en Flohil, wordt Mooij gesommeerd de vier joden over te dragen. Dokter Mooij antwoordt: “Ik heb geen joden, alleen maar patiënten”.

Dokter Mooij weigert iedere medewerking en beroept zich op zijn ambtseed en gewetensbezwaren. Ook zijn stafleden scharen zich achter hem. Mooij wordt daarop gearresteerd en later afgevoerd naar het politiebureau. De achtergebleven geneesheren volharden eveneens in hun weigering.

De volgende ochtend, rond de klok van elf, komt de Sicherheitsdienst met groot vertoon van macht terug.
Het administratiegebouw wordt afgegrendeld en bezet door leden van de Sicherheitsdienst, aangevuld met leden van de burgerwacht.
Opnieuw worden de achtergebleven geneesheren gesommeerd de namen vrij te geven en de joodse patiënten over te dragen. Het gaat nu niet meer om de vier joodse patiënten die voor rekening van de gemeente Amsterdam verpleegd worden, maar om àlle joodse patiënten.
Ruiter, Tiggelaar, De Regt en Flohil volharden in hun weigering om gegevens te verstrekken.
Daarop bezetten leden van de Sicherheitsdienst het administratiekantoor en dwingen, met getrokken pistool, het aanwezige personeel de met ‘J’ gemerkte registratiekaarten te overhandigen. Wederom wordt er geweigerd.
De Sicherheitsdienst doorzoekt nu zelf de kaartenbakken en haalt er de met ‘J’ gemerkte kaarten uit. Daarop begeeft men zich naar de paviljoens en dwingt de personeelsleden door hen het pistool op de borst te zetten, de betreffende patiënten aan te wijzen. Vierentwintig joodse patiënten worden op die manier bijeen gedreven en naar het hoofdgebouw gebracht, waar ze gedwongen worden in een gereedstaande overvalwagen te stappen.

Rosa was één van hen.

Rosa werd op 18 augustus 1879 in het Overijsselse Haaksbergen geboren. Ze was het oudste kind van Meijer Frankenhuis (1840) en Sophia Oppenheimer (1845) in een gezin met 4 kinderen.

Op 20 juni 1906 trouwde Rosa met Eduard Frankenhuis (1871) in het Volkspark van Enschede. Samen kregen zij twee kinderen; Maurits (1907) en Martha (1908). Rosa en haar gezin woonden in Amersfoort waar ze een eigen winkel hadden. Ze reisden regelmatig naar Duitsland, omdat Rosa daar familie had. In 1907 overleed haar vader Meijer in Lonneker (Enschede). Twaalf jaar later overleed haar moeder Sophia in Enschede.

In 1939 verhuisde het gezin van Amersfoort naar Amsterdam. Op 17 november 1943 werd Rosa op last van de officier van Justitie van Amsterdam opgenomen in het Rijks Krankzinnigen Gesticht in Woensel. Daarvoor woonde zij samen met haar man Eduard in “ouderengesticht” ‘De Joodsche Invalide’ in Amsterdam aan het Weesperplein. Rosa werd daar opgenomen omdat ze dementerende was en een oog mistte. Rosa wordt in haar medisch dossier omschreven als “oud, blind getraumatiseerd vrouwtje. Beantwoordt de vragen op welwillende wijze, is over het algemeen beleefd en vriendelijk. Ze geeft adequate antwoorden, maar dwaalt spoedig af en keert zo terug naar bepaalde gedachten, die steeds op stereotype wijze terugkomen. Haar actuele gedachteninhoud is zeer beperkt.” Ze wordt ervaren als een vriendelijke en aardige vrouw die erg afhankelijk is van haar omgeving.

Rosa werd samen met 23 medepatiënten op 14 maart 1944 opgepakt en naar Westerbork gedeporteerd. Vanuit daar ging zij op transport naar Auschwitz. Daar kwam zij op 26 maart 1944 om het leven. Rosa werd 64 jaar oud. Rosa’s jongere zus Elfrida Kähn-Frankenhuis kwam op 21 januari 1943 in Auschwitz om. Haar man, kinderen en broers overleefden de oorlog.

In Eindhoven geen overlijdensakte aangetroffen, zij stond ingeschreven in Amsterdam.


Stolpersteine App: https://map.stolpersteine.app/nl/eindhoven/locaties/boschdijk-771-rijks-krankzinnigen-gesticht
Netwerk Oorlogsbronnen: https://www.oorlogslevens.nl/tijdlijn/rosa-frankenhuis/47/12721027
Nationaal Archief: https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.19.255.01/invnr/44450A