Geboorteplaats: Amsterdam
Geboortedatum: 23-07-1904
Overlijdensplaats: Kdo Litomĕřice (Leitmeritz) Tsjechië
Overlijdensdatum: 11-03-1945
Laatste (vrijwillige) woonadres: Mecklenburgstraat 48
Slachtoffer staat op lijst:
Verzet
Monument voor de Gevallenen
Omgekomen buiten Eindhoven
Jacobus wordt geboren op 23 juli 1904 in Amsterdam en woont in Eindhoven, waar hij magazijnmeester is bij Philips. Sinds begin 1942 is hij actief voor de ondergrondse en voorziet een illegale zendergroep via zijn werk met het benodigde materieel. Daarnaast neemt hij joodse onderduikers in huis.
Zijn activiteiten worden verraden en in de loop van 1942 wordt bij hem thuis een huiszoeking gedaan. Jacobus is echter tijdig gewaarschuwd en duikt onder in Amsterdam. Daar komt hij in aanraking met een andere groep illegale werkers, waarvan de leider naderhand een Gestapo-agent blijkt te zijn. Door toedoen van deze spion wordt Jacobus op 21 augustus 1943 in de wachtkamer van station Utrecht gearresteerd en afgevoerd naar de gevangenis in Scheveningen, het beruchte ‘Oranjehotel’.
Op 6 juni 1944 wordt hij vervolgens binnengebracht in kamp Vught. Op 5 september 1944, ‘Dolle Dinsdag’, gaat de SS over tot de evacuatie van Vught. Jacobus wordt dan met de mannelijke gevangenen gedeporteerd naar Sachsenhausen bij Oranienburg. Vanuit Sachsenhausen, wordt hij, mogelijk via Dachau en Flossenbürg, op transport gezet naar Leitmeritz, in het rechtstreeks bij Duitsland ingelijfde Sudetenland (tegenwoordig Litoměřice in Tsjechië).
In Leitmeritz, enkele kilometers van het beruchte getto en concentratiekamp Theresienstadt, bevindt zich het grootste buitenkamp van Flossenbürg in Beieren. In dit kamp worden de dwangarbeiders ondergebracht die in de nabijgelegen heuvels tunnels uitgraven voor de verhuizing van fabrieksinstallaties onder de grond, in reactie op de toegenomen geallieerde bombardementen op Duitse industriegebieden. Vermoedelijk behoort Jacobus tot het eerste transport van gevangenen dat in maart 1944 vanuit Dachau wordt binnengebracht.
De gevangenen maken lange dagen van extreem en gevaarlijk werk in de mijnen. Ze lijden gebrek aan vrijwel alles – adequate voeding, medische zorg, huisvesting, kleding en hygiëne – en staan ondertussen bloot aan ernstige mishandelingen door de bewakers. Onder deze omstandigheden vallen ongeveer 4500 doden in het jaar dat het kamp heeft bestaan, een groot aantal van hen het slachtoffer van een dysenterie-uitbraak die door de erbarmelijke omstandigheden snel om zich heen kan grijpen. Jacobus is een van de duizenden gevangenen voor wie de ontberingen, mishandelingen en ziekte uiteindelijk te veel worden.
Hij bezwijkt op 11 maart 1945 op 40-jarige leeftijd in het kamp. Hij laat een vrouw en drie minderjarige kinderen achter. Bron: Brabantse Gesneuvelden
Netwerk Oorlogsbronnen: https://www.oorlogslevens.nl/tijdlijn/Jacobus-Osterloh/02/113449
Nationaal Archief: https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.19.255.01/invnr/113449A