Het poezie album van Rosa Judith Wolf
Rosa Judith Wolf, geboren op 11 mei 1928, was een jong meisje dat opgroeide in een tijd van grote onzekerheid en gevaar.
Haar poëziealbum, een gekoesterde verzameling van gedachten en wensen van vrienden en familie, biedt een ontroerende blik in haar leven en de wereld om haar heen.
In het album vinden we poëtische reflecties die de diepgang van haar gedachten en de invloed van haar omgeving weerspiegelen. Op een van de pagina’s staat een filosofische overpeinzing: “Acht in het leven niets, ook niet, het kleinste klein. Want alles kan voor is de kiem van t grootste zijn”. Deze woorden lijken een herinnering te zijn dat zelfs de kleinste dingen van groot belang kunnen zijn, een boodschap die wellicht troost bood in de moeilijke tijden waarin ze leefde.
Een andere bijdrage in het album spreekt over vreugde en herinnering: “The was gelud highest we wons Ban is unt vreughe rein”. Dit fragment benadrukt de waarde van vreugde en de kracht van herinneringen, zelfs in tijden van verdriet en verlies. Het is een getuigenis van de hoop en liefde die Rosa omringden, ondanks de dreiging van de oorlog.
Liefde is een terugkerend thema in het album, zoals blijkt uit de woorden: “Daar alleen kan liefde wonen Daar alleen is & leven zoek”. Deze boodschap suggereert dat liefde de essentie van het leven is, een kracht die Rosa en haar familie wellicht hielp om de uitdagingen van hun tijd het hoofd te bieden. Het album bevat ook persoonlijke boodschappen van vrienden, zoals op een pagina waar een vriend schrijft: “Als ik dan dichtersgeest bezat Dan schreef ik op dit albumblad Ean aardig versje nader”. Dit toont de warme relaties die Rosa had met haar vrienden, die hun beste wensen en gedachten met haar deelden.
Helaas werd Rosa, samen met haar familie, slachtoffer van de gruwelen van de Tweede Wereldoorlog. Op 10 april 1943 werd het gezin naar Kamp Vught gebracht en op 9 mei kwamen zij in Westerbork aan. Vanuit daar werden ze op 11 mei naar Sobibor gedeporteerd, waar ze direct na aankomst op 14 mei 1943 werden vermoord. Rosa’s poëziealbum blijft een waardevol document dat niet alleen haar persoonlijke leven weerspiegelt, maar ook de bredere context van de tijd waarin ze leefde. Het is een ontroerende herinnering aan de liefde, hoop en herinneringen die haar omringden, zelfs in de meest uitdagende omstandigheden.
Het originele dagboek is overgedragen aan het Joods Historisch Museum in Amsterdam.