Geboorteplaats: Den Helder
Geboortedatum: 26-06-1905
Overlijdensplaats: Vught
Overlijdensdatum: 09-08-1944
Laatste (vrijwillige) woonadres: Boerhaavelaan 49
Slachtoffer staat op lijst:
Verzet
Monument voor de Gevallenen
Omgekomen buiten Eindhoven
Reinder wordt geboren op 26 juni 1905 in Den Helder als oudste zoon van Reinder Lodewijk Keizer en Guurtje Middelbeek. Reinders familie kent een lange militaire traditie; zowel zijn overgrootvader, zijn grootvader als zijn vader zijn beroepsmilitair geweest. Vanuit die achtergrond zou Reinder zich voor enige tijd aansluiten bij de Vrijwillige Landstorm.
In 1925, na het behalen van zijn diploma aan de Openbare Handelsschool en de vervulling van zijn dienstplicht gaat hij werken bij verschillende handelsondernemingen. Met zijn verloofde Toos Koomans vertrekt hij in september 1927 naar New York om iets van de wereld te zien en daar eventueel te blijven, mocht de gelegenheid zich voordoen. Door de economische crisis is het leven voor Reinder en Toos echter zwaar en kunnen ze maar met moeite rondkomen. Als ze geen verblijfsvergunning krijgen en hun geld zijn kwijtgeraakt aan het aflossen van schulden, keren ze in 1929 noodgedwongen terug naar Nederland. Reinder heeft zelfs geen geld meer voor de terugreis en gaat als verstekeling. Hij wordt ontdekt en wordt veroordeeld tot een maand gevangenisstraf in Antwerpen.
Eenmaal terug gaat Reinder werken als correspondent in Engels en Duits voor de Commerciële Afdeling van Philips in Eindhoven. Hij verhuist naar Aalst waar het vaste inkomen hem de mogelijkheid geeft om in 1931 met Toos te trouwen. Met haar sticht hij een gezin met vier kinderen. In deze periode wordt Reinder ook meer uitgesproken over zijn ideeën over de internationale politiek. De opkomst van het nazisme baart hem grote zorgen, maar hij verwijt het kapitalistische westen te weinig te laat tegen Hitler te doen. Als hij wegens de toenemende oorlogsdreiging opnieuw wordt gemobiliseerd, stelt hij zich kritisch op ten aanzien van de Nederlandse voorbereidingen en de staat waarin het leger verkeert. Hij wordt gelegerd in het sterk vervallen Fort Altena en later overgebracht naar de Peellinie.
Als op 10 mei 1940 het Duitse leger binnenvalt, stort de landsverdediging binnen enkele dagen volledig in. Reinder wordt met zijn eenheid afgemarcheerd naar het westen en komt terecht in Gorinchem, waar hij na de capitulatie op 15 mei krijgsgevangen wordt genomen. Op 11 juni wordt hij vrijgelaten, waarna hij zijn werk bij Philips als correspondent hervat, maar dan voor Frankrijk en Italië. Aanvankelijk heeft Reinder geen slecht beeld van de Duitse militairen die zich de eerste jaren nog redelijk correct en gedisciplineerd opstellen; hij heeft er in ieder geval een beter beeld van dan van het Nederlandse leger ten tijde van de mobilisatie. De geallieerde tegenaanvallen en vooral de Britse bombardementen beschouwt hij als zinloos; wat hem betreft lijdt vooral de burgerbevolking eronder.
Als de Duitsers zich steeds draconischer opstellen, begint Reinder steeds meer afstand te nemen van zijn voorzichtige optimisme. De verordeningen tegen de joden, de gedwongen tewerkstellingen in Duitsland, de ongebreidelde roofzucht, het buitensporig harde optreden tegen als anti-Duits opgevat gedrag en de gebeurtenissen in Rotterdam vervullen hem met steeds grotere weerzin tegen het Duitse regime. Andersom begint hij steeds meer respect te krijgen voor de volharding van de geallieerde oorlogsinspanningen. Reinder gaat zich steeds meer inzetten voor het verzet als hulpverlener aan onderduikers en verspreider van illegale bladen en sluit zich aan bij de verzetsgroep van de familie De Koning uit Heeze, spil van een groter verband van verzetsstrijders in de omgeving van Eindhoven.
In de ochtend van 14 mei 1944 wordt de verzetsgroep in Heeze verraden en gearresteerd. Op de boerderij van de familie De Koning worden door de Sicherheitsdienst (SD) een schuilplaats, wapens, bonnen en stempels gevonden. Reinder is een van de veertien verzetsstrijders die ter plekke wordt gearresteerd en via de gevangenis in Eindhoven naar de SD-Polizeigefängnis in Haaren wordt gezonden. Na verhoor wordt hij doorgezonden naar kamp Vught, waar hij met verschillende van zijn verzetskameraden op 8 augustus 1944 wordt gefusilleerd. Reinder is 39 jaar geworden. Hij laat zijn vrouw Toos met vier minderjarige kinderen achter. Bron: Brabantse Gesneuvelden
Netwerk Oorlogsbronnen: https://www.oorlogslevens.nl/tijdlijn/Reinder-Lodewijk-Keizer/02/76474
Nationaal Archief: https://www.nationaalarchief.nl/onderzoeken/archief/2.19.255.01/invnr/76474A